Traject 3: Parijs- Poitiers- Bordeaux en daar achter

7 september 2021 - Laruns, Frankrijk

Laruns, 7 september 2021

Het is al weer even geleden dat we Parijs verlieten. Nou ja even? Al fietsend lijkt het een eeuwigheid. In het echt slechts iets meer dan veertien dagen, twee weken. Maar 14 dagen fietsen (en een beetje treinen) brengt je zomaar naar het zuiden van Frankrijk. Dat was Bordeaux al en is Laruns, aan de voet van Pyreneën (waar ik dit schrijf) helemaal. In Bordeaux begon het wat warmer te worden, maar was het soms nog wel koud. In Laruns beleven we onze eerste mediterrane dagen en zwoele avonden van het jaar. Hier in onze cabana die we voor een paar dagen huren is het goed uit te houden. Stukken beter als het de afgelopen periode was. Laat me jullie bijpraten.

Orleans, 22 augustus 2021

We verlieten Parijs dus per trein. Op zoek naar meer zon en minder tegenwind. Meer vakantiegevoel. Het voelde een beetje als steggelen. Maar het thuisfront en de reacties op mijn verhaal en dat van Anneke op Instagram brachten ons al gauw op andere gedachten. Maar is het er van gekomen, dat mooiere weer?

Ik wil beginnen met een korte beschouwing over iets anders. Het fenomeen fiets op een Franse trein. De combinatie van trein en fiets is in Frankrijk bijzonder. Het komt steeds meer voor. Wordt steeds normaler. Dat wel. Maar het lijkt of de Franse Spoorwegen (vanaf hier kort de SNCF) dat nog niet weten. Ze kunnen zelfs nog  heel wat leren van de NS. Jawel,  ik herhaal, ‘les mesdames et messieurs’ van de Franse Spoorwegen (SNCF dus) kunnen nog wat leren van de jongens en meisjes van de NS. Zeker als het gaat om het vervoeren van fietsen en eigenlijk het vervoeren van alles en iedereen die anders is uitgerust dan met twee gezonde en flukse benen en een overigens gezond gestel.

Allez, daar gaat ie: om te beginnen is het vervoer van fietsen op Franse treinen gratis. Dat is dus goed. Maar dan: Je moet je fiets wel reserveren op het station van vertrek, althans als je op het hoofdbestuur reist. Per internet kan niet. Vanwege COVID met de ticketautomaat ook niet. Althans dat beweert de speciaal aangestelde voorsorteerbeambte op Gare Austerlitz. Deze hoort de toeristen, die gebruik willen maken van de ‘Office d’Information’, eerst zelf uit en stuurt hen dan alsnog naar het ene of andere loket. Daar kom je dus in een rij om een ticket te kopen. Let wel de jongens en meisjes van de Franse Spoorwegen zijn ambtenaren. Franse ambtenaren. Dus het heeft al gauw veel voeten in de aarde om uiteindelijk de reservering bij het gratis vervoerbewijs voor de fiets te bemachtigen.

Toen we het eenmaal  hadden, waren (in ons geval) 2 treinen naar Orleans reeds vertrokken. En naar we vermoeden, ook al lang en breed én in goede orde aangekomen. Het is immers maar een ritje van een uur of zo. Wij moesten een trein nemen die twee en een half uur later ging dan aanvankelijk gedacht. Op het perron aangekomen stond de trein gereed. Zo eentje met een heel hoge instap en zo’n deur die heel lastig opengaat en nog veel lastiger openblijft. Zo eentje die vroeger op de lijn Amsterdam- Arnhem reed en dan verder ging naar Duitsland. Kijken jullie alsjeblief nog even naar een foto van onze twee fietsen met bagage. Die moesten daar dus in/op. Dus alle bagage van de fiets af. Eentje klimt in de trein, de ander kiepert tas voor tas naar binnen. Dan één voor één de fietsen. Deze moeten aan hun voorwiel aan een soort hoge kapstok gehangen te worden. 

Gelukkig was ons vertrek- en eindstation ook begin- en eindpunt van de trein. We hadden dus gelukkig de tijd voor zowel de instap- als uitstapoperatie. Je moet er niet aan denken dat je op een tussenstation moet in- of uitstappen. Of dat je moet reizen met een rolstoel. Ook daar geldt voor dat de persoon in kwestie met rolstoel en al in die trein moet zien te komen, langs dezelfde trappen, smalle deur en moeilijk opengaande/ blijvende deur. Dat laatste zelf verzonnen? Neen, dit speelde zich een coupé verder af. Kortom: lang leve de NS.

Uiteindelijk kwamen we later dan gepland aan in Orleans. Al aardig moe, fietsten we naar de camping buiten Orleans: Olivet (7 kilometer buiten de stad. Een kleine en vriendelijke camping. Zo vriendelijk dat we besluiten af te zien van ons bezoekje aan Orleans later die avond. Geen puf meer. Beter profiteren we van de faciliteiten van de camping: biertje, koffie en aanschuiven bij de pizzameneer die de camping net vandaag op het programma heeft staan. Orleans hebben we vorig jaar al een keer gezien. Zal waarschijnlijk niet veel  veranderd zijn.

Blois, 23 augustus 2021

Na onze stop in Parijs en de treinreis, willen we even stevig doorfietsen. Onze planning: in twee dagen naar Tours en dan door naar Poitiers. Twee dagen langs de Loire. Op zich relatief vlak en mooi terrein en misschien wel eens lekker warm en geen tegenwind. Of wie weet zelfs wind in de rug. Wegfietsend uit Orleans lijkt het inderdaad iets warmer. De wind komt wat van opzij. Gelukkig niet meer van voren. Het is een prima, aangename tocht. Een groot deel van de route hebben we1,5 jaar geleden al eens gefietst en is dus bekend terrein. We lunchen in Beaugency, waar we toen een paar nachten verbleven. Na de lunch krijgen we de wind zelfs een beetje van achter. Soms schieten we heerlijk op. Jammer dat die wind wel koud blijft aanvoelen. Zeker als er af en toe een wolk voor de zon schuift. Dan voelt het gelijk kil. Jasje uit, jasje aan. Maar de route is mooi en dat maakt veel goed. 

De volgende camping is bij Blois. Een kilometer of zeven terug fietsen aan de andere oever. Een minimalistische camping. Wel groot. Maar er is eigenlijk alleen heel veel plek voor door- en rondtrekkende toeristen. Weinig of geen faciliteiten. Schone douches en zo. Maar verder ook echt niets. Nou ja de snackwagen. Daar staat vanaf ½ acht de gehele camping frites met burgers en salades te bestellen. Een jongen en een meisje werken zich het snot voor ogen om al die hongerige toeristen van eten en drinken te voorzien. Wat het ergste is, is dat zodra de zon weg is, de wind  aanwakkert en het koud wordt. Bitter. We zitten snotverdorie zowat in Zuid Frankrijk, het is midden augustus… en het is stervenskoud…

Genoten van Blois? Mmmm, neen. We weten zeker dat het een heel mooie stad is, maar we hebben er niet veel van gezien. ’s Avonds bleven we op de camping met het plan om ’s ochtends als we er toch doorheen fietsen een kijkje te nemen. Echter ’s ochtends blijkt de tent weer nat en het duurt een eeuwigheid voordat we hem met goed fatsoen kunnen inpakken. Want geen zon. Eenmaal in Blois (van de overkant van de Loire bekeken inderdaad een mooie stad), vinden we de weg niet zo goed. Dat wil zeggen we zien een aanlokkelijk deel van de stad van een afstandje. Maar dat is bergop. Willen we dat? Neen we willen vooral koffie, een pain aux raissins, nog even naar het toilet en hop door naar het zuiden, naar Tours en Poitiers en wat daar dan weer achter ligt. We willen zon en warmte. We hebben er de spirit voor. Kilometers maken. 

Tours, 24 augustus 2021

En wat voor heerlijke fietsdag werd het tussen Blois en Tours. Wind in de rug! Zo kan het dus ook. Hier en daar verlaten we de Loire en fietsen wat hoger door het land, maar wel parallel aan de rivier richting zuidwest. Dus af en toe een klimmetje in het parcours. Maar dat is niet erg. Want met wind in de rug vlieg je zo’n heuvel op. En bovendien, de dorpjes zijn hier op mooie intervallen geplaceerd. Zodat wij op de juiste tijden een koffie of cola kunnen drinken. Wel pas na controle van onze ‘pass sanitaire’ met een controleapp op een mobiel. Een enkele neringdoende ziet onze QR code met eigen ogen aan (net even zijn mobiel op dat tapkast laten liggen en geen zin die te halen) en ziet dat het goed is. Nadeel blijft, de wind is koud, want uit het noorden. En als er een wolk voor de zon schuift blijft het rillen. Met wind uit het noorden is het gewoon koud.

Dat merken we ’s avonds helemaal in Tours. Mooie stad, mooie kathedraal vooral. We konden de fietsen zo wat naar binnen rijden. Vanaf het altaar nog een foto gemaakt van de fietsen die voor de openstaande portaaldeuren staan. Gezellige pleintjes, boordevol mensen die plezier hebben. We besluiten morgenochtend hier wat te shoppen en nog even rond te kijken. Met name de schoenen van Anneke lijken aan het eind van hun dagen gekomen. Althans dat lijkt mij zo. Anneke is er nog te zeer aan verknocht. Zij kan het onvermijdelijke nog niet onder ogen zien. Ik meen dat er zo langzaamaan sprake is van ondraaglijk lijden. Hoe dan ook Tours is een leuke stad. Leuke avond gehad, maar op het terras is het veel te koud. Binnen gegeten dus. Koreaans. Een mens moet wat. 

Nog één memorabel feitje wat betreft Tours. Vanaf hier beginnen we aan deel 2 van onze routebeschrijving. Deel 1 kan opgeborgen en straks naar huis gestuurd. Waar dat dan eigenlijk ook is. Af en toe beginnen we te merken dat we eigenlijk een soort van dakloos zijn. Immers er is geen huis/ thuis meer. Vanaf november wel in Rhenen, maar nu even niet. Bovendien zijn we inmiddels zo lang onderweg als een normale vakantie duurt. Normaal begin je dan te denken: laten we maar weer eens op huis aan gaan… Nu niet. We gaan nog dik twee maanden verder én er is geen thuis om op aan te gaan. We ginnegappen er met zijn tweeën wat om. Afwisselend vinden we ons heel stoer, soms kijken we elkaar wat bedenkelijk en twijfelend aan. Wanneer we welke van beide houdingen aannemen heeft vaak ook te maken met het weer. Het blijft koud. Fijn dat de wind in de rug staat, maar toch. Op naar ons tweede huis dan maar: Lissabon. Normaliter is het daar zelfs in december nog warm.

Saint-Maure-de-Tourraine, 25 augustus 2021

We fietsen die ochtend wat later weg uit Tours.  Eerst nog wat shoppen. We vinden geen schoenen voor Anneke. De noodzaak wordt nog onvoldoende gevoeld.  We willen vanaf hier in een dag of drie naar Poitiers, zo’n 130 kilometer verderop. Voor vandaag dus zo’n kilometer of 40. Wel een paar fikse klimmetjes. En die hakken er in. Zo hebben we ze (vooral die eerste, net buiten Tours) nog niet gehad. Nauwelijks bekomen van het stadsverkeer, knalt die er in met bijna 10%. Met bagage is dat lastig. De spirit is niet zo hoog, vooral ook omdat de zon nauwelijks schijnt en het dus opnieuw koud is. Wel met een wind in de rug. Maar dat is dan meteen windkracht 4 uit het noorden. Dus als je bezweet bent en even stil staat is het gewoon koud. We lopen dat klimmetje gewoon op, kan het ons schelen.

Die middag is de zon lekker stabiel en de klimmetjes zijn prima te behappen. Kortom toch nog een lekker dagje door een mooi landschap. In Saint Maure komen we  terecht op een municipal, waar wij en nog twee andere stellen de enige gasten zijn. Hoogseizoen in augustus, Frankrijk anno 2021. We nemen ons voor om morgenochtend voor we wegrijden een geitenkaasje van hier te kopen. Daar staat de stad om bekend. Zelfs Albert Heyn verkoopt de beroemde geitenkaas uit Saint Maure. Jullie kennn ze wellicht wel. Dat is dat geitekaasrolletje met van die zwarte korst. Als die helemaal AOP is zit er een soort satéprikker dwars doorheen. We komen er twee dagen later in Poitiers achter dat we dat vergeten zijn. Ik zag ze wel nog liggen op de markt in Poitiers. Maar ja om daar nog geitenkaas uit Saint Maure te kopen. Dat is zo iets als Edammer in Gouda kopen.

Chattellerault, 26 augustus 2021

In Saint Maure eindelijk een droge tent ’s ochtends. Een verademing. Snel inpakken en door naar Chattellerault. Prima fietsdag. Veel klimmen dat wel. Maar over het algemeen ga je met windkracht 3-4 in de rug gewoon lekker, als het zonnetje maar schijnt. De truc in dit landschap is: bergje afzoeven (wind in de rug en hard bijtrappen) en dan proberen om het volgende klimmetje bijna zonder inspanning boven te komen. Soms lukt dat. Vaak ook niet. Want in deze regio begint het betere klimwerk en netto stijgen we meer dan dat we dalen.

Vermeldenswaard over deze dag is dat de schoenen van Anneke de geest geven. Zool gebroken, grote gaten in het binnenwerk. Het onvermijdelijke gebeurt. Gelukkig komen we in een dorp waar twee grote wegen langs lopen. En op zo’n kruispunt bouwt altijd wel een supermarktketen een grote supermarkt. In dit geval de Auchan. Sindsdien loopt en fietst Anneke op sandalen van de Auchan. Pas toen het ging regenen (ik kom daar op terug) bleken ze niet helemaal voldoende.

Chattelleraut schijnt overigens de mooiste brug van Frankrijk te bezitten. Over de Vienne. We fietsten er overheen. De mooiigheid zat hem vooral bij het oprijden van de brug. Dat lazen we later. Niet teruggegaan om te kijken. De foto’s in de reisgids spreken boekdelen. Mooie brug inderdaad.

Poitiers, 27 augustus 2021

Van Chattellerault naar Poitiers is niet ver (30 kilometer). Opnieuw wind in de rug. Nog steeds uit het noorden. Gelukkig veel zon. Maar als er wolken voor de zon schuiven, dan is het andermaal koud. Bij het binnenrijden van Poitiers hebben we 980 kilometer van onze totale afstand van 3.220 afgesnoept. Dus we gaan naar langzaam naar 1/3e deel.  Volgens de telling van Anneke hebben we ruim boven de 1.000 kilometers gereden.

In Poitiers blijven we twee nachten. Anneke heeft op de tussendag een werksessie. En de stad is de moeite. Op mijn reis tien jaar geleden is Poitiers me bijgebleven als een gezellige en mooie stad. Met misschien wel de mooiste kerk van Frankrijk en daarbuiten: Notre Dame le Grande. Niet eens een kathedraal. Maar gewoon een heel mooie, Romaanse kerk, midden in het centrum. Het interieur is prachtig en kleurrijk beschilderd. En de kerk heeft een prachtig Romaans portaal aan de buitenkant. Onze Lieve vrouwe is nog net zo betoverend mooi als toen die keer. Echter de entourage is sterk verandert. Tien jaar geleden zat ik uren op een gezellig terras voor de Notre Dame en genoot van het uitzicht en van de langs het Romaanse portaal slenterende en flanerende mensen. Blije en lachende gezichten. Nu is het terras in handen van een ‘fastfood’ boulanger. Het plein voor de kerk is vrijwel leeg. Covid? De kou? Allebei. Van de weinige mensen die er lopen dragen er veel een mondkapje. Ik vind de wereld er niet mooier op geworden.

We beginnen de eerste avond te genieten van een biertje op een terras in de avondzon. Tegen dat we gaan eten is de zon weg en dus weer koud. We eten lekker en gaan daarna snel naar ons appartement om warm te worden. Hoe zuidelijker we komen, hoe kouder het wordt. Van lieverlee gaan we de tweede avond bij een Chinees eten. Binnen. Niet bijzonder goed of origineel, maar wel warm. En Chinees is immers een soort comfortfood voor Nederlanders. Comfortabel en bekend en daardoor extra warm.

De ‘vrije’ dag gebruiken we verder om de stad wat te verkennen. Anneke om te werken. Ik om onze voorraden op peil te brengen. Vooral de voorraad spaken was beneden het minimum geslonken. De fietsenmaker zit op dezelfde plek waar ik 10 jaar geleden mijn gebroken trapas liet maken. Het blijkt echter een volledig ander mens. Toen een wat knorrige, oudere man. Ik was zelf pas een knul van vijftig. Dan lijkt iedereen al snel wat ouder en wat knorriger. Nu is het een hippe fietsenhandel geworden van de keten Cyclable. De jonge man die me helpt (als je zestig bent lijkt iedereen al gauw een jongeman) heeft een hipsterbaard, tattoos, hier en daar wat piercings en hij spreekt beter Engels, dan de oude knorrige man 10 jaar geleden. Heel veel beter. De jongeman is echter niet minder kundig. Hij herkent in één oogopslag mijn Rohloffnaaf en de maat van mijn velgen. Kortom dat neemt iemand meteen voor me in. De oude knorrige man had 10 jaar geleden nog nooit zoveel gekkigheid op een fiets gezien.  De jongeman nu vindt het superspijtig dat hij geen zwarte spaken kan leveren bij mijn mooie zwarte karretje. Al zijn ze dan slechts reserve. Ik leg uit dat ze zullen worden opgeborgen in het binnenste van mijn stuurstang en daar hopelijk ook niet uit hoeven komen. Hij weet haast zeker dat ik er voor Lissabon nog gebruik van zal moeten maken. En dan zou het toch jammer zijn als het geen zwarte spaken zouden zijn… als ik met metaalkleurige spaken Lissabon binnen zou moeten komen rijden… ja jong, het zij zo…

In Poitiers staan we voor de keuze hoe nu verder. De opties zoals beschreven in ons routeboekje komen voorbij. De route via Saintes en Royan, de Gironde per veer oversteken en dan pal langs de kust richting Biarritz en Bordeaux. Ik heb deze route tien jaar geleden in omgekeerde richting gefietst. Ik vond hem dodelijk saai en vermoeiend, over lange rechte wegen en smalle fietspaden door onafzienbare naaldbossen. En smal is dan smal in de zin van één tegel breed. Met aan weerszijden diep rul zand. En dat pad loopt dan zo’n kilometer van zee, die zie je echter nooit. Alleen die ene tegel breed voor je en zand en pijnbomen naast je. Die doen we dus niet.

Dan de variant via Melle, Saintes (veel pittig klimwerk), Cognac en de Medoc naar Bordeaux. Voor mij als cognacliefhebber een aantrekkelijke optie. Op zich een mooie route, maar langer en ik heb grote delen al gezien. En tenslotte de hoofdroute en de route die het meest aansluit bij de oude Jacobsroute via Angoulême en Saint Emillion naar Dax. We kiezen voor een hybride variant. De variant waarin we veel zullen moeten klimmen naar Angoulême (125 kilometer). Ik wil graag de kathedraal van Angoulême zien. Dat is eigenlijk de belangrijkste reden.  Daarna zullen we de trein naar Bordeaux nemen en vandaar weer met de fiets 200 kilometer door Les Landes naar Dax en Pau. Dit keer voelt het niet als steggelen, want netto fietsen we zo net zoveel kilometers als de oorspronkelijk geplande route.

Chateau Garnier, 29 augustus 2021

Na Poitiers rijden we door een mooi landschap. De Poitou. Veel natuur. In het begin afgewisseld met dorpjes en stadjes. In Nouâtre drinken we koffie naast het oude chateau en scoren het laatste stokbrood van het dorp. En een puzzelboekje. Kijken of we zo beter Frans zullen leren…. Dat blijkt niet gemakkelijk. Bij de eerste puzzel zijn we al 10 ingevulde woordjes ver. Het lijkt er niet op dat we veel verder gaan komen. De middag wordt het landschap steeds leger. En de bewolking neemt weer toe. De wind ook, wel in de rug,… noordenwind dus. Van de camping in Chateau Garnier is vooraf niet duidelijk of die open is. Het is een municipal, dus het telefoonnummer dat erbij staat is dat van het gemeentehuis en op zaterdag niet bereikbaar: Franse ambtenaren. Zou het in Nederland overigens zeker ook niet zijn op zaterdag. Maar daar beheren gemeentes dan ook geen campings. 

Als we aankomen op de camping bestaat die. Althans we treffen een afgezet terrein aan, naast een grote visvijver, met een sanitairgebouw. De staat van deze laatste: kan er net mee door.  Wel breekt de zon door. We zitten aan de rand van een meertje, de zon schijnt in het water en de wind gaat zowaar liggen…. We waren er zelf even beduusd van, maar de wind ging liggen. Ik kan heerlijk relaxt koken. Verder is er niemand in Chateau Garnier. Althans niet op de camping toch. Jammer dat we geen wijn bij hebben. Dat zou helemaal prima zijn geweest. Ook verderop in het dorp (even gauw heen en weer gefietst): niets, geen wijn, niets open, geen mens.

Op zondagochtend een uur of 9 verschijnt een official. We vermoeden de burgemeester van Chateau Garnier. Hij groet vriendelijk. Hij checkt het sanitairgebouw. Maakt er voor het oog wat schoon en komt naar ons toe. Hij vraagt 4 euro voor de nacht. Ik geef 5. Het wisselgeld haalt hij uit een blikken koekjestrommel. ‘Bonne route, messieur, dame’. ‘Merci, monsieur le maître’. Ik zie het Hubert Bruls niet doen. Overigens geen van zijn collegae In Nederland. Maar zoals gezegd daar beheren gemeentes geen campings. Al schrijvend krijg ik overigens een beeld waarin ik Hubert Bruls juist wel dat sanitair pro forma zie schoonmaken en dat hij dan met een blikje wisselgeld naar ons toe komt om af te rekenen. Hoe ga ik dit beeld weer kwijtraken?

Saint Agneau, 30 augustus 2021

Vandaag wordt (althans het tweede deel) zwaar. Met veel klimwerk. Toch verstouwen we het goed. Rond een uur of 11 komen we aan in Charroux. Leuk plekkie. Mooi uitzicht op een grote abdij. Tijd voor koffie. Maar geen bar die open is. Wel een dorpsplein, met een Superette, een pharmacie, een tabac (zonder bar dus) en een deur van een dokterskantoor die open staat. Ik heb al een week of 6 een vreemde rode plek op mijn bovenbeen. Soort rode ring. Tekenbeet? Wellicht. Maar helemaal geen last. Niets. Dus in alle drukte en opwinding genegeerd. Maar die ring wordt steeds groter. Aanvankelijk zo groot als een vuist. Inmiddels al zo groot als een kleine tortilla. Dus gewoon even aangeklopt bij de dokter. Zo gaat dat hier bij ons op het platteland. Die ziet onze fietsen, glimlacht en maakt alle tijd. Het consult duurt een half uur. Ik betaal €25. De Franse gezondheidszorg is goed en goedkoop hoorden wij. En dat wordt bevestigd. De vlek lijkt hem niet gevaarlijk of zorgwekkend. Wel dat het misschien door een teek is veroorzaakt. Waarschijnlijk niet, maar misschien wel. Dus of ik aan de overkant maar een anti-biotica kuur wil gaan halen voor de komende zestien dagen. Zestien!

’s Middags fietsen we door een  mooi, vrijwel leeg landschap. Wind in de rug. Uit het noorden, koud. En vooral veel, heel veel geklommen. Volgens Strava de meeste klimmeters sinds we wegfietsten in Tiel. Bijna 650 hoogtemeters die dag. Pyreneën kom maar op. ’s Avonds belanden we op een door een hartelijk Engels stel  beheerde camping. Dus eten we burgers met friet. En voor ’s ochtends bestel ik een full English breakfast. Geweldig, hoe verzinnen ze het: witte bonen in tomatensaus, bacon, sausages en eggs, opgediend in dit Franse culinaire landschap.

Anglouème en Bordeaux, 31 augustus 2021

De dag daarop is het als vanouds. De tent moet eerst weer drogen. Het is vochtig en koud als je niet in de zon zit. We zullen een kilometer of 30 fietsen vandaag. Nog flink wat klimmetjes en vervolgens Angoulême bekijken. Met name de kathedraal. Waarna we de trein willen nemen naar Bordeaux. En geklommen hebben we. Met pas een eerste koffiegelegenheid in Brie, maar dan niet het Brie van de kaas. Dat ligt een eind noordelijker. Vanaf Brie rijden we de agglomeratie Angoulême binnen. En wat een verschrikking is dat. De enige optie om de stad te bereiken blijkt om tien kilometer over een drukke weg te rijden die vooral klimt, en nog meer klimt en een bocht en een rotonde verder weer verder klimt. En net nu begint de zon uitbundig te schijnen, de wind in de rug is even gaan liggen en het is erg warm.

Bij het station stoppen we om kaartjes te kopen. De eerste trein waar onze fietsen mee kunnen geeft ons 3 uur speling. Dus na een late lunch bij het station met de fiets aan de hand naar de bovenstad gelopen. Stik omhoog. Was het de moeite? Ach nee, eigenlijk niet. Leuke kathedraal in de striphoofdstad ’du monde’, dat wel. Maar laat ik het zo zeggen: een uur voordat de trein vertrok waren we alweer terug bij het station.

Deze treinreis leek het er even op dat ik mijn kritische noot met betrekking tot de SNCF moest corrigeren. We konden namelijk bij vertrek met onze fietsen zomaar naar perron 1, meteen vanuit de de hal. Er stond een trein gereed die nog het meest op een sprinter van de NS leek. We reden zo met onze fietsen van het perron de trein binnen. Je zou bijna denken: ‘excusez mesdames et messieurs de SNCF’. De reis verliep volgens rooster. Dus ook daar geen probleem. Bij aankomst in Bordeaux was het gedaan met de pret. Het verschil tussen wagonhoogte en perron was een halve meter. Stond nergens, riep niemand om (Mind the gap). Hadden we niet goed in de gaten. Dus de eerste fiets stuiterde uit de trein. Toen we goed en wel op het perron stonden bleek dat het middelste van een groot aantal perrons te zijn. Precies één van de perrons die nog geen lift  had. De meeste wel. De middelste twee nog niet. Uiteindelijk naar het einde van het perron gelopen. Je weet maar nooit, misschien hebben ze daar een lift. Dat dus niet, maar het perron liep daar wel naar beneden, zodat je over een soort onbewaakte spoorwegovergang kon naar een perron met wel een lift. ‘Strictement interdit’ , stond er op een bordje. Natuurlijk. Maar zo goed is ons Frans nog niet. En ik ga gewoon geen fiets met 27 kilo bagage van een perrontrap afzeulen. ‘Pas de tout’. Het leuke is: Anneke ook niet. Tot mijn stomme verbazing loopt ze voorop bij het negeren van het strikte verbodsbordje. Ze blijft me verbazen.

Uiteindelijk stonden we met ons hele hebben en houden buiten in de zon in Bordeaux. En wat een leuke stad is dat zeg. Het bruist, het leeft, er is van alles te doen. Het heeft allure, deze hoofdstad van les Girondins. En bovenal het weer lijkt zuidelijk. Althans zolang de zon schijnt. ’S Avonds wordt het weer kouder en dus eten we lekker binnen. Heerlijke tapas en prima wijnen erbij. Maar vooral ook als aperitief twee biertjes. Zowel de wijn als het bier zijn uit de streek. 

Ons hotel ligt midden in de stad tegenover het gebouw waar in 1944 de Gaulle de overgave van de Duitsers of het Vichyregime (of allebei) in het Zuidwesten ondertekende. Wist ik niet, las Anneke op de gevel. Om de hoek staat de kathedraal Saint André. Het hotel is een klassiek gebouw. Klassieke inrichting. Met een mooie court en kamers met openslaande vensters. Maar ook met elke vijf minuten een tram die onder je raam langskomt. Zij het zo’n moderne, een fluistertram. Niets geen geratel zoals van de trams in Lissabon. Maar zo’n tien meter van je bed vandaan wordt fluisteren toch al gauw doorgaand gedrein. Gelukkig gaan de trams om een uur of twaalf slapen. En tegen de tijd dat die dingen wakker worden, slaap ik nog. Goed geregeld. 

Nog wat bijzonderheden: 

  • ik ben bij de kapper geweest. Hij kwam oorspronkelijk uit Lille. Toen hij begreep dat we uit Nederland waren komen fietsen bleef hij er zowat in. Hij was hier vanuit Rijsel in 3 uur met de TGV. Ik heb getracht uit te leggen dat de jongens en meisjes van de SNCF geen fietsen mee willen in de TGV. Dat zulks voor ons dus geen optie was. Geloof niet dat hij dat vatte.
  • Anneke heeft sneakers gekocht om te dragen naast haar sandalen. Zeer kleurrijk met dikke zolen. Ik hoop zowel van mijn kapsel als van Anneke’s sneakers foto’s te plaatsen
  • Hoewel Bordeaux een geweldige tussenstop is, beginnen we allebei te beseffen dat we snakken naar goed vakantieweer en dat het dat ook de komende dagen, niet zal zijn. Niet aan deze kant van de Pyreneën. Voor de komende dagen gaan we ons plan uitvoeren. Per fiets naar Dax en dan een stukje doortrekken naar Pau en van daaruit zsm de bergen over, op zoek naar vakantieweer.

Hostens, 1 september 2021

We zijn een maand onderweg. Een heuglijk feit en dat vieren we in Les Landes. Wat een troosteloze triestigheid. Nooit op vakantie gaan hoor! Bordeaux fietsen we eenvoudig uit langs goede fietspaden, door een aantal leuke voorsteden. Buiten de agglomeratie verandert dat snel. We komen in een gebied met kaarsrechte, oneindige wegen door eindeloze pijnboombossen, met nauwelijks, nee helemaal geen dorpjes. Kraak noch smaak. Hier is een punt van kritiek op zijn plaats. En wel aan de auteur van ons routeboekje: Clements Sweerman. Over het algemeen hulde voor hem en de uitgever van het boekje. We zijn op zijn aanwijzingen prima aangekomen in het zuiden van Frankrijk. Maar nu laat hij even verstek gaan. Hij leidt de route over een weg die over zou gaan in een gravelweg. Vijf kilometer lang. Die overgang klopte, zoals beschreven. We konden aan het begin het einde al zien liggen. Lang en recht. Maar gravel was het niet. Het was een verzameling diep zand en rulle stenen waar we door- en overheen moesten. We zijn beiden afgestapt en hebben mopperend op Clements onze fietsen 5 kilometer voortgeduwd. En altijd op zo’n moment besluit de zon te laten zien dat ze best wel heet kan zijn. Ook al zijn we dan in Les Landes.

Voorgaande was het enige vermeldenswaardige van 55 kilometer fietstocht. Tot aan Hostens aan toe. In Hostens was het bestaan van een camping vooraf opnieuw twijfelachtig. Door alle digitale informatie weet je het soms niet meer. Vroeger keek een mens in een boekje. Dat was vaak het enige snippertje  informatie. Je vertrouwde daar dan op of niet en ging op weg of niet. Een mens kwam niet vaak bedrogen uit. Nu wordt een mens overspoelt door heel veel digitale informatie. Vaak tegenstrijdig en bij nader onderzoek vaak niet accuraat. In dit geval nog een probleem: noch op Booking.com, noch op AirBnb waren er andere overnachtingsmogelijkheden in Hostens. Dus we zijn wel afhankelijk van de info. De andere digitale feiten waren: volgens Google is er een camping (de municipal), maar toch eigenlijk geen camping. Want die zou tijdelijk gesloten of zelfs opgeheven zijn, althans volgens de site van de gemeente. In een review werd weer beweerd dat er vorige week nog gekampeerd werd. Ook ons routeboekje meldt dat de municipal is opgeheven althans tijdelijk gesloten. Veel verwarring dus. Daarnaast laat Google Maps zien dat er een heel groot terrein is voor groepskampementen. Toen we daar aankwamen was dat terrein er inderdaad, met grote kampeertenten, maar verder geen mens. Behalve de meneer die zei dat we hier ons tentje niet konden opslaan. Tot slot meldde Apple Maps dat er een terreintje bij een manege zou zijn. Dat bleek te kloppen, er stond nog één ander tentje. En heel veel dieren. Paarden (natuurlijk, want manege), honden (minstens 5), katten, ooievaars (4) en vliegen. Van die laatste heel veel. Maar een camping mocht het eigenlijk niet heten (fakenews). Één en ander was tamelijk onderkomen en absoluut niet schoon. Maar er is geen keuze, dus hop tent op, hapje eten, pitten en morgen dan maar verder naar een echte camping bij Labouheyre. Douchen? Vandaag maar even niet gelet op de staat van het onderhoud der douche. Terwijl we de tent opzetten begint het te regenen. Een voorteken? Ook ’s nachts regent het af en toe. We staan morgen maar vroeg op om snel verder te gaan. Hoe dan ook moeten we om ½ drie onderdak zijn. Anneke heeft dan een online werksessie.

nb achteraf bleken er wel degelijk een aantal gîtes en chambre d’hôtes te zijn in en nabij Hostens (nog meer fakenews).

Sabres, 2 september 2021

Zo gezegd zo gedaan. We staan voor ons doen extra vroeg op.  ‘s Ochtends kiezen we er zelfs voor onze tent nat in te pakken. We moeten naar Labouheyre. De eerste kilometers gaan ok. Maar tegen 11 uur gaat het opnieuw regenen. Eerst wat druppels, al snel steeds harder. Daarbij geen mogelijkheden om te schuilen. Nog steeds lange rechte wegen en nauwelijks, nee geen dorpjes. Behalve één: Pissos. Ik bespaar jullie het voor de hand liggende woordgrapje. We zijn al  zeiknat als we daar aankomen en het ziet er naar uit dat het zal blijven regenen. Ook als we onze tent op de geplande camping op zullen zetten zal het nog steeds regenen. Dat levert geen optimale coachomstandigheden voor Anneke op. Anneke zal nat en vanaf haar luchtbed de klant te woord moeten staan. En waar ik alsdan zal blijven is nog een geheel andere vraag. Geen optie dus.

Dus boeken we snel het enige hotel dat Booking.com geeft in de wijde omgeving. 23 kilometer verderop in Sabres. Volledig naast de route en te bereiken via een kaarsrechte departementale weg. Al fietsend blijkt die uitzonderlijk druk. Waarschijnlijk de enige doorgaande route in les Landes. In de stromende regen (gelukkig wel met noordelijke rugwind) knallen we in een uur naar Sabres. Langsstormende vrachtwagens trakteren ons op extra spat- en sputterwater. Soms plenzen tegelijk. Precies een half uur voor de werksessie van Anneke begint, checken we in bij ons hotel, les Pins. Anneke neemt snel een warme douche en kan aan de slag… Tijd- en plaatsonafhankelijk werken anno 2021. Anneke kiest de achterste helft van de kamer om te zitten. Daarmee kan ik gebruik maken van de andere helft én de douche zonder dat de klant me ziet. Ook niet dat ik na het douchen nakend de kamer opkom.  Kleren op bed laten liggen, excuseer hoor. Maar ze liggen aan de goede kant van het bed en Anneke’s camera. Niets aan de hand dus.

We genieten die middag en avond van de faciliteiten van het hotel. Meer valt er niet te doen. Zoals gezegd erg klein dorp en het regent nog steeds. En we nemen het ervan in het alleszins redelijke restaurant. Foto’s aan de muur getuigen ervan dat zowel Paul Bocuse als Cas Spijkers hier gegeten hebben en hun waardering hebben uitgesproken. Wel al enige tijd geleden. Beiden zijn immers allang dood. Maar zowel de canard als de zalm zijn klassiek en prima. Ook de eigenaresse, receptioniste en naar ’s avonds blijkt kelner, is een klassieker en vooral ongenietbaar.

Toen we aankwamen waren we moe, nat en verregend, verlopen zelfs. ‘Tres fatigue, humide et pluvial ’. Kan ook niet anders na 23 kilometer langs een erg drukke, kaars-, maar dan ook kaarsrechte D-weg in de stromende regen naar Sabres toe. Niet te missen voor een gastvrije eigenaresse, receptioniste en kelner met een goed afgestemde antenne voor haar gasten. Niet voor onze madame. Bij binnenkomst zullen we haar gladgepolijste vloer nat gemaakt hebben. Ze gunde ons nauwelijks een seconde van haar aandacht en toen ze dat wel deed, vloekte ze binnensmonds op het systeem dat maar niet opstartte. Onderwijl niet één opmerking van welkom en/of herkenning van onze doorweekte staat. Vervolgens gaf ze ons een sleutel, kiemen haar te horen zeggen ’le six’ en wees ons de trap naast de receptie met een geste van ‘zo kom je op je kamer’. Inzie door mijn beregende bril een 6 op de sleutelhanger staan. Dus bij kamer zes probeer ik de klink, de deur gaat open en we zijn er. Prima kamer. Niets mis mee. 

Anneke dus snel en lekker warm douchen en zich gereed maken voor haar werksessie. Ik loop naar beneden met soppende schoenen om de rest van de bagage te halen. En een kannetje thee voor Anneke en koffie voor mezelf. Zet maar op de rekening. ‘Bon zegt madam, le neuf (9).’ Ik in op zich duidelijk Frans terug. ‘Non madam, le nummero six (6)’. Madam zegt hoorbaar ‘non, le neuf’ en ik zie haar denken: ‘alle toeristen op een fiets…!’ (toutes les tourists en velo…!).  Maar doet er verder het zwijgen toe. De werksessie van Anneke wordt gevolgd door een tweede overleg online. Ik haal nogmaals koffie en thee. Wederom herhaalt de scène met 6 en 9 zich. Ik nestel mij in de lounge en ga lekker zitten lezen met nog een koffie (‘9?’ , ‘Non le 6’).

Na verloop van  tijd verschijnt Anneke met een mededeling. “Zeg, ik krijg de sleutel van onze kamer niet omgedraaid. Past niet.” Op dat moment valt één en ander op zijn plaats. Ik meld me bij madam om uit te leggen dat het om een ‘malentendu’ gaat, een misverstand. En dat ik ‘tres desolée’ ben. Mooie uitdrukking, die gaat nog van pas komen. Ik kan er wel om lachen. Zij niet. Zij legt uit dat het niet mogelijk is want zes (6) was afgesloten. Dat was niet zo, want hoe hadden wij daar immers binnen geraakt met de sleutel van ‘le neuf’? (9). Ze mopperde verder dat ‘le 6’, toch echt duurder was dan ‘le 9’. We hadden het bovendien kunnen zien want als 6, six was geweest dan stond aan de andere kant van de sleutelhanger, toch zeker de tekst op de kop. Dus dat hadden we toch moeten zien. Ik ben onmiddellijk in mijn vertaalapp woorden gaan opzoeken als verregend (pluvial), erg moe (tres fatigue), doornat (trempé), verzopen kat (une chat noyé) en gastvrijheid (hospitalité). Uiteindelijk kwam ze er niet meer op terug. Tot ’s ochtends. We hadden al afgerekend. De extra kosten stonden niet op de rekening. Prima en sportief. Maar ze moest nog wel even gezegd hebben dat ze ervan overtuigd was dat we beter hadden kunnen weten en dat zij het toch echt goed gezegd had. ‘Desolée madame’, die laatste opmerking levert u geen goede review op op Booking.com.

Pau, 3 september 2021

Na ons regenavontuur en een blik op de weerapp, besluiten we dat het welletjes is. Frankrijk gaat niet echt zomers meer worden. We willen naar Spanje. Meer vakantie, minder werken. Dus voor vandaag staat Pau op het programma. Dat is eigenlijk fietsen naar Dax en dan nog 80 kilometer fietsen naar Pau. Althans in de oorspronkelijke plannen. Maar zoals gezegd, het is welletjes. We willen snel naar Pau en daar bedenken hoe we de Pyreneën aanvatten. Of meer in het bijzonder de Col du Portalet, 1.790 meter hoog. Die begint in Laruns, naast hem begint de Col du Aubisque. Maar dat terzijde. Het is nog een uitdaging die we moeten tackelen. Maar eerst naar Pau. Zoals gezegd het is welletjes. We gaan naar Morcenx en pakken van daaruit de trein naar Dax en verder naar Pau. Daar in de regionale hoofdstad voor dit deel van de Pyreneën, zullen ze wel weten wat te doen.

Op weg naar Morcenx hebben we onze regenjassen weer nodig. Het regent af en aan.  Op het station bleek de trein naar Dax en door naar Pau over een uur te gaan. Dus eerst koffie. Toen terug naar het station, waar we om op het juiste perron (2) te komen onder een traverse door moesten. Met trap. Anneke was wijs geworden in Bordeaux en zocht aan het einde van het perron een traverse zonder trap. Die vond ze en stak over. Er stond niet eens een bordje bij met ‘interdit’, laat staan ‘strictement’. Ik zag het ging er achteraan en stak ook over. Maar kennelijk had een official van de SNCF dit waargenomen. Hij stormde naar buiten om vanaf het stationsgebouw op perron 1 te roepen dat dit ‘strictement interdit’  was en dat we al helemaal niet over het perron mochten fietsen. 

Ik riep iets van ‘tres desolée’ (dat kwam dus inderdaad al snel van pas) en dat we geen lift (ascenseur) hadden kunnen vinden. Hij beaamde dat laatste, die was er niet en meldde dat we met de trap hadden moeten gaan. Pppfff.  Dit is voorlopig onze laatste trip met een fiets in een trein van de SNCF. prettige wedstrijd voor nu.

Pau verrast ons. Het is een leuke stad. Maar veel wijzer voor onze trip over de Pyreneën worden we niet. Dus besluiten we maar aan ons derde boekje te beginnen en morgen verder te gaan. Deel 1 van de Ruta Iberica. En de eerste etappe daarin is van Pau naar Laruns. Zoals gezegd aan de voet van de col du Portalet. De beklimming daarvan zal de tweede etappe vormen. Vandaag een etappe van 52 kilometer. Maar we beginnen laat. Anneke krijgt slecht nieuws. Haar moeder is net gevallen en het zorgnetwerk moet in gang gezet. Ook dat dus op afstand. Plaats- en tijdonafhankelijk. Hoewel je er in dit geval gewoon lijfelijk bij wil zijn. Vooral als je de strapatsen van het Nederlandse zorgsysteem op afstand volgt. 

Uiteindelijk is zij af en aan de hele dag in contact met haar broers om zaken in gang te zetten. Gelukkig is haar broer Henk in staat de zorg op zich te pakken. Anneke’s moeder blijkt een gebroken elleboog en een verstuikte enkel te hebben. Valt dus wel mee? Nou voor iemand met dementie is een gipsverband om je arm een onbegrijpelijk, beangstigend en verwarrend fenomeen. Je bent immers vergeten war er gebeurd is en waarom dat ding er zit. En telkens als iemand je zegt hoe het zit, vergeet je dat weer. Valt wel mee? Niet voor het Nederlands zorgsysteem. Het duurde uren voordat de moeder van Anneke een dokter zag en nog meer uren voordat ze naar het ziekenhuis kon.

Terwijl Anneke één en ander aan het regelen is drinken we een kop koffie. Net dan komt er een grote demonstratie voorbij. Althans voor zo’n relatief kleine stad als Pau. Ik denk 3-4.000 mensen die hun vrijheid terugeisen in verband met de covidmaatregelen. Gelukkig een tegengeluid. Goed of niet goed. Waar of niet waar. En de dag erna staat het in de krant. De Franse media doen hun taak. Ik begrijp dat er een dag later in Amsterdam meer dan 10.000 mensen demonstreren. Ik zie het niet terug in de Volkskrant…

We gaan toch op weg. De eerste 25 kilometer van vandaag zijn heerlijk om te fietsen, langs de rivier, mooi landelijk, lieflijk. Daarna echter stevig klimmen. 5-6 kilometer, niet al te steil, maar toch. Wel heel erg mooi, met mooie uitzichten. We zijn bekaf en we krijgen haast. Om 6 uur hebben we namelijk een onlinedate met Geerte. Zij is vandaag jarig. Plaats- en tijdonafhankelijk feest vieren. Zes uur halen we net niet, maar om ½ zeven zitten we met een biertje bij onze cabana op de camping en proosten op haar.

De klim van vandaag maakt ons in elk geval heel wat wijzer, met deze hoeveelheid bagage komen we de Col du Portalet niet over. Dat is 30 kilometer lang, meestal 4-5 %. Maar soms ook 6 en 7 en zelfs 8%. Dat gaat niet lukken. Een poging gaan we woensdag pas wagen. Tot dan hebben we de tijd om een oplossing te bedenken. Tot dan ook genieten in onze cabana, aan de rivier op een camping met prima zwembad. En het is  eindelijk dertig graden en dat blijft het ook nog een paar dagen. We gaan even vakantie houden…

Laruns, 4 tot en met 7 september

We stonden ons toe om de zondag uit te rusten. Niet met de reis bezig te zijn. Dat doen we maandag wel weer. Dan is de office du toerisme open en zullen we onze opties boven water proberen te krijgen. Die opties zijn:

A.     Gewoon met alle bagage (zonder proviand zo om en nabij de 47-48 kilo) de berg op en er overheen en dan in Spanje zo verder als we in Frankrijk gingen. Dit is de onzin optie. Gaat hem niet worden. We staan hier voor die berg, dus dat weten we nu helemaal zeker.

B.     Een belangrijk deel van onze kampeerbagage naar Nederland terugsturen. In Spanje en zeker Portugal blijken steeds minder campings te zijn. En bovendien gaan ze langzaamaan sluiten. Het is immers al september. De keuze is dan met de uitgedunde bagage (nog zo’n 30 kilo) alsnog naar boven gaan.

C.     Iemand vinden om onze bagage (al dan niet uitgedund) naar het eerste het beste bergdorp in Spanje te brengen en er zelf met wat proviand en water achteraan fietsen. Vervolgens bagage opladen en bergje af Spanje in zoeven. Dit is onze voorkeursoptie.

D.    Iemand vinden die ons, onze fietsen en onze bagage (al dan niet uitgedund) over de bergen heen brengt met een taxi of zo. Dit is de optie die we liever niet willen.

Op maandag worden onze opties beperkt. Het weer in de Pyreneën, zal terug omslaan naar: niet goed tot slecht. Dinsdag kunnen wij nog niet fietsen want dan heeft Anneke een werksessie. Dat was eventueel nog een goede dag geweest. Woensdag als wij wel kunnen gaan fietsen zal er onweer en fikse regen op de cols zijn. Het wordt sterk afgeraden om met de fiets naar boven te gaan. En ook de dagen, mogelijk weken erna zal zowel aan de Franse als Spaanse kant van de Pyreneën flink wat regen vallen. Fijn voor de mensen aan de Spaanse kant, waar het al maanden droog is. Maar waarom net nu? Het universum heeft ons in de picture en lijkt niet echt mee te werken. 

We willen persé niet nog dagen hier blijven.Het zou wel eens twee weken kunnen duren voordat zich (qua weer) weer een geschikte mogelijkheid voordoet.  We willen naar Spanje. We verheugden ons allebei op een zorgeloze klim, met een mooi zonnetje omhoog naar de Col du Portalet. Om van daaruit Spanje in te zakken. Daar hadden we een hele dag voor. Dus op zich ontspannen genoeg. Onder deze omstandigheden kiezen we er echter voor om ons door een plaatselijk ‘mannetje’ naar het eerste stadje aan de andere kant (Biescas) te laten brengen. En van daaruit, tussen de buien door, zo snel mogelijk door te fietsen naar Zaragoza. Volgens de weerberichten blijft het in Zaragoza de komende weken nog 27-30 graden. Vanuit Biescas nog 200 kilometer. Laten we hopen dat de werkelijkheid van de weerapp ons niet weer inhaalt. Bovendien kiezen we ervoor om onze campingspullen terug naar Nederland te sturen. 20 kilo gaat retour. Vanaf hier worden het hostals en albergues.

Met het versturen van de tent worden we ook wat weemoedig. We hebben niet elke dag gekampeerd, maar als we de tent opzetten, voelde dat wel als thuis. Hoe klein en beperkt ook…. Het wordt steeds minimaler.

nb. Vind je het leuk  om ons te blijven volgen en voortaan automatisch op de hoogte te worden gebracht van nieuwe updates? Meld je dan aan voor de mailinglijst. Scroll hieronder naar beneden naar het bruine blok, onder het oranje blok met de laatste foto’s. Meld je aub aan. Geeft ons ook een leuk idee hoeveel mensen ons volgen

Foto’s

16 Reacties

  1. Cecilia:
    7 september 2021
    Hoi Anneke en Wil, ik heb een eindje met jullie meegereisd... comfortabel vanachter mijn computer. Wat een tocht maken jullie, chapeau! Veel succes en plezier en mooi fietsweer de komende tijd. liefs van Cecilia
  2. Wil Kersemakers:
    7 september 2021
    Hoi Cecilia
    Dank je wel en we gaan het goede weer echt tegemoet
  3. Karin B.:
    7 september 2021
    Hallo lieve mensen, hoewel het voor jullie, zo te lezen, soms echt afzien is, is het voor mij een geweldig leuk reisverhaal. Soms verbazing, een "o jee" en dan ineens weer een lach moment. Blijf vooral ons meenemen in jullie avontuur uitdagingen👊 dit neemt iig niemand jullie meer af💪
    Anneke sterkte met je moeder. Ze is hopelijk verder in goede handen🤞🍀
    Een goed vervolg en hopelijk verder een zonnige reis (en anders zit die🌞 vast wel in jullie hart😀🙋‍♀️😗
  4. Wil Kersemakers:
    7 september 2021
    Hoi Karen
    Dank je wel en idd we genieten samen met volle teugen
  5. Tobias van der Horst:
    7 september 2021
    Leuk geschreven Wil! Succes op de Portalet en geniet van Spanje.
  6. Wil Kersemakers:
    7 september 2021
    Dank je. Gaat lukken
  7. Johan Dijkstra:
    8 september 2021
    Respect met een hele grote R! Koud, nat, berg op zeulen met 40 kilo......pfffff. Ik hoop dat jullie vanaf nu alleen maar goed weer krijgen met wind in de rug! Ook groeten van Marjo.
  8. Wil Kersemakers:
    8 september 2021
    Dank je wel voor de groeten. En vice versa van Anneke. En de oorspronkelijke 48 kilo zijn inmiddels teruggebracht naar zo’n 25. Plus dat ik zelf hier en daar een kilootje achter heb gelaten
  9. Wil Kersemakers:
    9 september 2021
    Hoi Johan
    We hebben inmiddels onze eerste desayuno schter de kiezen en gaan op weg naar leuke Spaanse stadjes. En van die 40 (bijna 50) is gelukkig nog maar zo’n 30 over.
    Groetjes aan Marjo
  10. Peter:
    8 september 2021
    Wat een belevenis Wil! Ik heb geen idee wat er allemaal komt kijken bij zo'n avontuur, dus is verbaas me constant. Echt vervelend wind tegen, regen, kapotte spaken en nog eens en een natte tent en weer een natte tent. Dat bier en de wijntjes en de Franse quisine, maar ook de snacktent en de buitenlandse keukens moeten heerlijk zijn. Hopelijk komt er nu beter weer voor jullie. Zonder natte tenten en kapotte spaken. Goede reis verder naar Portugal!
  11. Wil Kersemakers:
    9 september 2021
    Hoi Peter
    Het is idd een hele onderneming. Maar wel superleuk. En zeker geen natte tent meer, want die is teruggestuurd.
    Groetjes
  12. Tarcis:
    9 september 2021
    Dag Wil en Anneke, ik volg met veel plezier jullie mooie reis en volg alles op ANWB kaarten. Nu al in Spanje. Bon venido ofzo!
  13. Wil Kersemakers:
    9 september 2021
    Hoi Tarcis
    Leuk dat je ons zo intensief volgt. Ik heb jet een globale kaart van onze vervolgroute geupload
  14. Wil & Gisela Derksen:
    9 september 2021
    Hallo Wil & Anneke,
    wat een moedig avontuur, mooie verhalen. Leuk om te lezen. Wij krijgen dan het gevoel van avontuur, beleven, op je af laten komen, genieten, maar ook je verbasen over iets bijzonders of gewoon afzien. Zeker niet iets, om na te doen. Wij wensen jullie voor het laatste 'stukje' veel mooi weer, mooie momenten, leuke belevenissen. Later toch mooi om op terug te kunnen kijken. Veel succes, groetjes van Gisela & Wil
  15. Marieke Schuurman:
    17 september 2021
    Mooi om jullie ups en downs te volgen, leven bij de dag en soms wat langer vooruit.

    Mooi dat jullie nu in Spanje zijn, ik ben benieuwd naar de verhalen.

    Veel dank, warme groet voor jullie, Marieke Schuurman - van der Heyden
  16. Wil Kersemakers:
    28 september 2021
    Dank je wel Marieke
    Het vervolg is in de maak